Maliebaan 41
3581 CD Utrecht

De fiscale oudedagsreserve in de inkomstenbelasting - 4-Vision

  • 11 april 2018
  • Geen reacties

Dit artikel zal in algemene zin worden ingegaan in de mogelijkheden van de fiscale oudedagsreserve en het aankopen van een lijfrenteproduct met de stakingswinst. Alle genoemde cijfers zijn gebaseerd op de wettekst inkomstenbelasting 2018.

De fiscale oudedagsreserve

Om toe te voegen aan de fiscale oudedagsreserve dient aan drie vereisten te worden voldaan:

  • er dient sprake te zijn van een ondernemer;
  • men dient aan het urencriterium te voldoen; en
  • men mag de pensioengerechtigde leeftijd op 1 januari van het kalenderjaar nog niet hebben bereikt.

Ondernemer

Het begrip ondernemer is vastgelegd in art. 3.4 Wet op de inkomstenbelasting 2001 en luidt als volgt: “de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming.”

Urencriterium

Het urencriterium houdt in dat een ondernemer minimaal 1225 uren aan werkzaamheden voor zijn onderneming dient te besteden. Van de voor werkzaamheden beschikbare tijd dient de ondernemer meer dan de helft te besteden aan zijn onderneming. Dit laatste ziet op de situatie dat iemand bijvoorbeeld naast zijn onderneming ook nog in loondienst werkt.

Toevoegen aan de fiscale oudedagsreserve

Aan de fiscale oudedagsreserve kan het laagste van twee bedragen worden toegevoegd:

  • 9,44% van de winst uit onderneming met een maximum van EUR 8.775, verminderd met beroepspensioenpremies die van het resultaat zijn afgetrokken; of
  • het bedrag waarmee het ondernemingsvermogen bij het eind van het jaar meer bedraagt dan de fiscale oudedagsreserve bij het begin van het jaar.

Het tweede punt is met name opgenomen, zodat wanneer veel vermogen aan de onderneming is onttrokken naar privé, er geen (volledige) toevoeging meer kan plaatsvinden.

Voorbeeld

Begin kalenderjaar heeft de onderneming een vermogen ad EUR 7.000, waarvan EUR 5.000 bestaat uit een fiscale oudedagsreserve. Eind kalenderjaar heeft de onderneming EUR 8.000 aan vermogen. De winst bedroeg 42.373. Op basis van het eerste punt kan 9,44% x 42.373 = EUR 4.000 worden toegevoegd aan de fiscale oudedagsreserve. Het vermogen in de ouderneming aan het einde van het boekjaar is EUR 8.000 minus de fiscale oudedagsreserve aan begin van het boekjaar ad EUR 5.000 = EUR 3.000. In dit jaar kan dus maar EUR 3.000 worden toegevoegd aan de fiscale oudedagsreserve. Dit komt doordat er vermogen aan de onderneming is onttrokken.

Afname van de fiscale oudedagsreserve

Er zijn verschillende afnemingen mogelijk van de fiscale oudedagsreserve. Dit artikel is beperkt tot degenen die uit de wet voortvloeien.

De fiscale oudedagsreserve neemt af met:

  • indien de ondernemer er voor kiest: ten hoogste het betaalde premiebedrag aan lijfrenten, die als uitgave voor inkomensvoorziening in aanmerking zijn genomen; en
  • het bedrag waarmee de fiscale oudedagsreserve het ondernemingsvermogen bij het einde van het kalenderjaar overtreft indien:
    • de onderneming in het kalenderjaar is gestaakt;
    • de ondernemer bij aanvang van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
    • de ondernemer in het kalenderjaar en het voorafgaande kalenderjaar niet aan het urencriterium voldoet.

Wanneer de fiscale oudedagsreserve afneemt, wordt deze toegevoegd aan de winst.

Met betrekking tot het tweede punt dient benadrukt te worden, dat de afname alleen ziet op het deel waarmee de fiscale oudedagsreserve het ondernemingsvermogen overtreft aan het einde van het kalenderjaar indien wordt voldaan een (of meerdere) van de eisen daaronder. Wanneer bijvoorbeeld de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt en het ondernemingsvermogen groter is dan de fiscale oudedagsreserve, dan hoeft de fiscale oudedagsreserve niet af te nemen en kan dus in stand blijven.

Er is ook een mogelijkheid om een extra toevoeging aan de fiscale oudedagsreserve te doen. Dit kan onder andere wanneer de fiscale oudedagsreserve vorig kalenderjaar verplicht is afgenomen door bijvoorbeeld het niet voldoen aan het urencriterium zoals genoemd hierboven. Vanwege het specifieke karakter zal in dit artikel hierop niet verder worden ingegaan.

Omzetting fiscale oudedagsreserve

Voor het bedrag aan de fiscale oudedagsreserve kan een lijfrenteproduct worden aangekocht. Dit kan al tijdens de uitoefening van de onderneming of bij staking. Doordat de bedragen eerder al in aftrek van de winst zijn gekomen, namelijk bij de toevoegingen, zal dit niet tot extra aftrek leiden bij omzetting. Wel dient men bewust te zijn dat er wel genoeg liquide middelen aanwezig zijn om de koopsom van het lijfrenteproduct te betalen.

Tevens mag de fiscale oudedagsreserve alleen worden aangewend voor een oudedagslijfrente, welke dient voor de compensatie van een pensioentekort. Daarvoor dient met betrekking tot het lijfrenteproduct aan aanvullende voorwaarden worden voldaan.

Stakingswinst omzetten in een lijfrente

Naast het omzetten van de oudedagsreserve is er ook een mogelijkheid om de stakingswinst om te zetten in een lijfrente. Hierbij gelden wel bepaalde regels en maxima.

In art. 3.129 Wet inkomstenbelasting 2001 zijn diverse maxima opgenomen. Daarbij gaat het om het maximale bedrag aan de stakingswinst, wat mag worden benut om een lijfrenteproduct aan te kopen.

Het maximum is EUR 454.237 in het geval waarin:

  • de ondernemer op het stakingstijdstip een leeftijd heeft die maximaal 5 jaar lager is dan de pensioengerechtigde leeftijd;
  • de ondernemer 45% of meer arbeidsongeschikt is, en de lijfrentetermijnen binnen 6 maanden na het staken ingaan; of
  • de onderneming wordt gestaakt door overlijden van de ondernemer.

Het maximum is EUR 227.126 in het geval waarin:

  • de ondernemer op het stakingstijdstip een leeftijd heeft die maximaal 15 jaar lager is dan de pensioengerechtigde leeftijd; of
  • de lijfrentetermijnen dadelijk ingaan.

Het maximum is EUR 113.567 in alle overige gevallen.

Conclusie

Een fiscale oudedagsreserve is een faciliteit in de inkomstenbelasting en kan worden benut door ondernemers. Deze kunnen, in beginsel, jaarlijks een bedrag van de winst aftrekken en de opgebouwde fiscale oudedagsreserve benutten om een lijfrenteproduct aan te kopen. Ook kan bij staking van de onderneming de stakingswinst (gedeeltelijk) worden benut om een (aanvullende) lijfrente te kunnen aankopen.