Maliebaan 41
3581 CD Utrecht

Jouw pensioen omgezet in een oudedagsverplichting? Controleer je testament! - 4-Vision

  • 31 mei 2018
  • Geen reacties

Op 8 mei 2018 is de handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen uitgekomen. Hierbij worden enkele situaties verduidelijkt, in specifiek waarbij de oudedagsverplichting (hierna: ODV) onzuiver wordt en dus afgerekend moet worden bij vererving. Het is daarom van belang om tijdig het testament aan te passen, wanneer het pensioen in een ODV is omgezet.

Wettelijke verdeling en testamenten

Wanneer iemand geen testament heeft, dan wordt de wettelijke verdeling toegepast. Dat houdt in dat bij eerste overlijden, de echtgenoot alle bezittingen en schulden krijgt. De kinderen krijgen weer een vordering op de echtgenoot van de erflater. Wanneer deze echtgenoot overlijdt, krijgen de kinderen wat nog resteert aan bezittingen en schulden.

Niet iedereen vindt deze verdeling wenselijk, daarom is het mogelijk om een testament op te stellen met een andere (manier van) verdeling.

De oudedagsverplichting bij vererving

In artikel 38p Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) zijn de bepalingen neergelegd die betrekking hebben op de ODV. Zo dient de ODV in 20 jaar minstens jaarlijks uit te keren, waarbij het in een jaar uit te keren bedrag gelijk is aan de stand van de oudedagsverplichting aan het begin van dat jaar gedeeld door het aantal op dat tijdstip nog resterende uitkeringsjaren.[1] Wanneer de werknemer komt te overlijden voor de termijnen zijn ingegaan, dient de ODV binnen 12 maanden na het overlijden in te gaan en moeten de termijnen worden uitgekeerd aan de erfgenamen; de erfgenamen mogen geen rechtspersonen zijn.[2] Wanneer de ODV-termijnen al wel zijn ingegaan, gaan de nog niet uitgekeerde termijnen over op de erfgenamen; ook hier geldt dat dit geen rechtspersonen mogen zijn.[3]

De wettelijke verdeling kan leiden tot het onzuiver worden van de ODV-aanspraak. Wanneer er een afwijkende verdeling door de erfgenamen onderling wordt overeengekomen, zonder dat een verdelingsbevoegdheid in het testament is opgenomen, zal dat leiden tot een onzuivere ODV-aanspraak.[4] Wanneer dat gebeurt, zal de ODV-aanspraak onzuiver worden en zal de waarde in het economisch verkeer van de aanspraak worden belast en is bovendien revisierente (20%) verschuldigd.[5] Wanneer de ODV-termijnen niet worden toegewezen komen ze op basis van hun erfdeel aan elke erfgenaam toe. Mocht dit niet wenselijk zijn, dan is het mogelijk om de ODV-aanspraak te legateren aan een van de erfgenamen. Een legaat houdt in dat door middel van een testament een bepaald goed of recht wordt toebedeeld aan een persoon.[6] Zo is het mogelijk om een collectie miniatuur auto’s aan jouw neefje toe te kennen, terwijl anders door de wettelijke verdeling het aan de echtgenoot en kinderen zou toekomen.

Testamentsvormen

Quasi-wettelijke verdeling

Bij een quasi-wettelijke verdeling wordt eerst de wettelijke verdeling niet van toepassing verklaard. De echtgenoot en kinderen worden vervolgens in gelijke delen tot erfgenaam benoemd. De echtgenoot wordt vervolgens aangewezen als afwikkelingsbewindvoerder. De echtgenoot heeft de mogelijkheid om de bezittingen en schulden aan zichzelf toebedelen zoals de wettelijke verdeling.

Bij deze testamentvorm krijgt de echtgenoot de ODV-aanspraak via het testamentair erfrecht als één van erfgenamen. In dit geval zal de ODV-aanspraak zuiver blijven.[7]

Keuze-legaat

Wanneer in het testament een keuze-legaat is opgenomen, hoeft dat geen problemen op te leveren. Wanneer de echtgenoot de ODV-aanspraak aan zichzelf legateert, dan blijft de ODV-aanspraak zuiver.[8]Het is wel van belang dat de echtgenoot erfgenaam is.

Vruchtgebruiktestament

Bij een vruchtgebruik testament wordt, in veel voorkomende gevallen, het vruchtgebruik aan de echtgenoot toegekend en het blooteigendom aan de kinderen. Vruchtgebruik houdt in dat de echtgenoot gebruik mag maken van de goederen, terwijl de goederen zelf aan de kinderen toebehoren.[9]

Wanneer de echtgenoot alleen het vruchtgebruik verkrijgt, inclusief het vruchtgebruik van de ODV-aanspraak, heeft dit tot gevolg dat de ODV-aanspraak onzuiver wordt.[10] Dat komt doordat de echtgenoot geen erfgenaam is en de termijnen van de ODV-aanspraak dan wel aan de echtgenoot toekomen.[11] Een mogelijke oplossing voor dit probleem is om de echtgenoot bijvoorbeeld voor 1% als erfgenaam te benoemen in een testament.

Conclusie

Bij der vererving van een ODV-aanspraak door een testament is het van belang dat de ODV-aanspraak toekomt aan een erfgenaam, die bovendien een geen rechtspersoon is. Wanneer dat door de testamentaire constructie niet gebeurt, zal dit tot gevolg hebben dat de ODV-aanspraak onzuiver wordt. In dat geval zal de waarde in het economisch verkeer van de aanspraak worden belast en is bovendien revisierente (20%) verschuldigd.

[1] Artikel 38p, lid 2 Wet LB

[2] Artikel 38p, lid 2, sub b Wet LB

[3] Artikel 38p, lid 3 Wet LB

[4] Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018), p. 2

[5] Artikel 38p, lid 4 Wet LB

[6] Artikel 4:117 BW

[7] Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018), p. 3

[8] Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018), p. 3

[9] Artikel 3:201 BW

[10] Handreiking oudedagsverplichting en vererving van de termijnen (versie 8 mei 2018), p. 3

[11] Artikel 38p, lid 2, sub b en lid 3 Wet LB