Afgelopen week was het weer zover: de derde dinsdag van september. Op die dag is het Prinsjesdag en dat betekent een nieuw belastingplan. In deze serie zullen wij stilstaan bij enkele van de belangrijkste maatregelen en veranderingen die volgen uit het Belastingplan 2018. In dit item zal er gekeken worden naar de vernieuwde regelgeving omtrent de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting.
Huidige regelgeving
Onder de huidige regelgeving kan de uitkering van dividend door een BV aan een aandeelhouder (in de EU of EEG) achterwege blijven als de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Daarvoor is vereist dat er een aandelenbelang van 5% of meer gehouden wordt door de aandeelhouder in de BV.
Door de BV hoeft dus geen dividendbelasting ingehouden worden. Deze regeling wordt dan ook de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting genoemd.
Nieuwe regelgeving
De nieuwe regelgeving, welke gaat gelden vanaf 1 januari 2018, bepaalt dat de inhoudingsvrijstelling niet alleen meer geldt voor aandeelhouders welke gevestigd zijn in de EU of EEG. De aanpassing van de wet heeft tot gevolg dat de inhoudingsvijstelling ook zal gelden voor landen buiten de EU of EEG. Voorwaarde daarbij is wel dat met de desbetreffende landen een belastingverdrag is gesloten.
Belang van de regelgeving
Een van de belangrijkste redenen voor Nederland om deze wijziging in wetgeving in te voeren ziet op het karakter van Nederland als fiscaal vestigingsland. Het fiscaal aantrekkelijk maken van Nederland is een van de belangrijkste pijlers van onze economie.
Het zal voor internationale organisaties nu erg aantrekkelijk zijn om in Nederland een holding op te richten waarvan de aandeelhouders zich in derde landen bevinden. Door de Nederlandse holding zal immers geen dividendbelasting ingehouden hoeven worden.
Meer informatie
Wilt u meer weten over de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting of heeft u andere vragen over het Belastingplan 2018, neem dan vrijblijvend contact met ons op.